De beste versie van jezelf

De beste versie van jezelf. Ik ben er een klein beetje klaar mee zolangzamerhand. Want wanneer je de beste versie van jezelf wordt of bent, wat was of ben je daarvoor dan? Of daarna waneer je het op een dag niet meer bent? En wat is dat precies? De beste versie van jezelf? Want zodra je er een definitie aan ophangt zit er ook een kadertje omheen en zodra je daarbuiten stapt ben je de sigaar.

Ik gebruikte het zelf ook hoor, die definitie. Ik riep het te pas te onpas of eigenlijk meer in mijn geval: ik dacht het te pas en te onpas en ik schreef het ook. Er ontkwam geen Instagram post aan mijn gepredik. En ik geloofde het zelf. Het punt hieraan is dat ik het vooral had over de buitenkant van die beste versie. Want dat was voor mij het belangrijkste. Ik dacht eigenlijk niet eens aan een binnenkant – alsof iemand die zou zien?

Hoe naïef is het dat te denken wanneer dat iets is waarmee we juist onze kinderen opvoeden en wat we ze leren. Hoe kan het dan je daar zelf volstrekt aan voorbij gaat? En het achterlijke is, je ziet het wel bij een ander maar niet bij jezelf. Want hoe vaak gebeurde het niet dat ik de schoonheid van een ander zag wegebben wanneer ik achter de aard van het beestje kwam? Dan kon er geen schoonheid groot genoeg zijn om dat te verbloemen of goed te maken.

Ik denk dat de wortels van de beste versie van jezelf willen zijn iets dieper gaan dan ik zou willen. En ik zou willen dat die wortels er niet zaten want ik lijk soms wel een ui die ik zelf jaar na jaar en ervaring na ervaring aan het afpellen ben en steeds weer op zo’n zelfde punt uitkom. Dit zal wel zo ongeveer het honderdste blog worden waarbij ik erover schrijf maar dat is dan maar zo.

Pesten. Ik denk, of ik weet eigenlijk wel zeker dat heel veel hieruit voortvloeit. En heel misschien heeft dit ook wel bijgedragen tot mijn liefde voor tekenen, schrijven en make-up.. Want met al deze dingen kun je opgaan in iets anders. De tijd dat ik gepest werd heeft geduurd van mijn twaalfde tot aan mijn achttiende ongeveer. En deze tijd heb je net nodig om te transformeren van kind naar (jong)volwassene. Pesten heeft hierop niet een heel positieve uitwerking, in elk geval niet op de korte termijn.

De tijd dat dit gebeurde vond plaats op de middelbare school en daarna nog even op de opleiding erna. Het zorgde ervoor dat ik een beeld van mezelf ben gaan creëren waarbij ik vaak wilde voldoen aan perfectie. En dat niet alleen op mezelf betrokken maar ook daarbuiten. Perfectionisme en onzekerheid zijn eigenlijk dikke vrienden want er is geen wezen op aarde dat perfect is dus je blijft tot in de eeuwigheid onzeker omdat je dat hoogst haalbare doel nooit haalt.

En aan omarmen wie je bent doe je niet als je in de puberteit zit. Dat is lame en skeer en weet ik wat voor termen ze tegenwoordig gebruiken.

Eigenlijk vind ik het vreselijk om over pesten te spreken of te schrijven want je wilt het niet zwart op wit zien. Je wilt niet dat ‘kind zijn’. Toch schrijf ik er vaak over. Ik schrijf het vaker dan ik het uitspreek. En daarbij wil ik niet zielig gevonden worden of de indruk wekken van ‘daar heb je d’r weer met datzelfde verhaal’ Want dat weten we nou wel een keer.

Maar het verandert dingen fundamenteel en tegelijkertijd maakt het iets in je los wat blijkbaar ook al in je zat. In mijn geval maakt het los dat ik me al zo lang ik me kan herinneren wil onderscheiden van de rest. Dat wilde ik voor dit alles al (en dat was toen oke) maar vooral ook tijdens deze periode tot aan het heden. Ik wilde nooit maar dan ook nooit opgaan in de massa. Niet perse door je uiterlijk maar ook door dingen te doen, te onderzoeken en te vertellen.

Achter Cocon zit meer dan alleen het opleuken van je buitenkant. Een cocon is een vlinder in wording. Het is transformatie. En een transformatie hebben we nodig om naar volgende fases in ons leven te kunnen gaan.

Wanneer ik met make-up bezig ben zie ik altijd een kleine transformatie in de spiegel. Dat zijn snelle transformaties en voor iedereen haalbaar. Je pakt een kwast en een poederdoos en gaan met die banaan. Maar toch geeft het meer dan alleen een verandering aan de buitenkant. Het kan daardoor je binnenkant net een beetje extra geven. Het kan je helpen om iets anders te zien dan wat je tot dan toe zag. Het kan je het gevoel geven wat je eerder niet had. Het kan een transformatie van je binnenkant op gang helpen.

Toen ik op de middelbare school zat maakte ik me al op. Best wel uitbundig ook om me te blijven onderscheiden – en natuurlijk vond ik het prachtig. Toen mijn ouders naar de directeur gingen om het pesten te stoppen zei deze letterlijk: “ze moet eerst maar eens doen als de rest, doe gewone kleren aan en wees als de anderen” Ik denk dat dat een van de domste uitspraken is die ik ooit gehoord heb. Je verschijning aanpassen om een ander kansen te ontnemen je belachelijk te maken. Of misschien, de beste versie van jezelf te mogen zijn…? Dat gesprek stopte dus niks.

Het hebben van een mening is altijd al iets geweest wat bijna iedereen belangrijk vindt. Er hoeft maar iets op tv of in een blad of in de buurt ‘anders’. te zijn dan wij ‘normaal’ vinden en de mens heeft er een mening over. Roddelbladen bestaan nog steeds en juice kanalen vieren hoogtij.

Een mening is geen waarheid. Iets ergens van vinden is geen waarheid. Toch kan zo’n mening ervoor zorgen dat het de waarheid van iemand wordt over wie je zo’n mening hebt… Die gaat er vanzelf door geloven dat het waarheid is wat anderen zeggen en vinden en kan zich daarna nog moeilijk losweken van waarvan hij of zij overtuigd werd.

Hoe ouder ik word hoe meer ik leer en achter hoe meer dingen ik gaandeweg kom. Het zou zo fijn zijn wanneer je sommige dingen gewoon al weet of voelt wanneer je jong bent. Ze zeggen wel eens dat zulke ervaringen je maken tot wie je nu bent. Dat dacht ik ook lange tijd. Maar ik begin eerder te geloven dat het je niet vormt maar dat het je overlevingsmechanisme in werking zet. Dat het uiteindelijk juist je sterke punten aanspreekt, dat je een beroep doet op waar je van nature goed in bent? Ik geloof dat het in mijn geval zorgde dat ik mijn stem leerde gebruiken, dat ik me leerde zichtbaar te maken.

Dit gebeurt niet meteen, je eerste reactie is overleven en zien hoe je je door de dagen heen worstelt. Maar uiteindelijk is het je karakter wat ervoor zorgt dat je doorgaat en het heft in eigen handen neemt. Dat is ook de enige manier om zoiets als pesten te kunnen stoppen: door het heft in eigen handen te nemen en actie te nemen; of dat nou verandering van school is, of dat nou de pestkop een pak rammel geven is of dingen die ik hier even niet ga opschrijven – sorry not sorry- het zijn acties die jij onderneemt en die een situatie kunnen veranderen.

De beste versie van jezelf ben je al op het moment dat je op aarde komt; je moet alleen leren dat zelf te begrijpen en je realiseren dat je de stuurman van je eigen schip bent. Dan vaart de beste versie van jezelf door je eigen aangestuurde leven.

Een heel andere blog dan je in eerste instantie zou denken maar soms moeten de dingen gewoon even opgeschreven worden 😉 Fijne avond!

But first, lashes

Als er íets is waar ik altijd helemaal verliefd op word dan zijn dat mensen met van die huge ass wimpers. Van die wimpers die nog net niet tot aan je wenkbrauw piepen of eigenlijk er bijna overheen. I. Love. It. Het geeft altijd zo’n prachtige oogopslag dat je er ofwel geen make-up meer voor hoeft te dragen of elke look staat gewoon fabulous.

Mede hierom denk ik dat ik ook een wimpertic ontwikkeld heb. Maar dan eigenlijk meer een false lases tic 😉 Zoiets. Want ook ik heb me gestort in de wereld van de wimperserums en ja, ze werken; maar natuurlijk nooit in het tempo dat ik dat wens. Bovendien is mijn discipline om braaf elke dag te smeren soms opeens weg omdat ik dan sneller in mijn bed lig dan de snelheid van het licht.

Maar inderdaad. Wimpers. Eigenlijk zitten ze gewoon op onze ogen met een missie. Ze zorgen ervoor dat je ogen beschermd worden tegen viezigheid en vuiltjes die ongewild in je ogen wapperen. Al denk ik dat de evolutie ook mee heeft laten wegen dat je er gewoon smokin’ hot uitziet met een paar van die ellenlange waaiertjes aan je oogleden. En dat heeft dan ook weer nut voor het bestaan van de mensheid. Zo is het ook weer.

Anyways, als het menselijk ras zou moeten overleven op basis van míjn smokin’ hot lashes zou dat dan weer niet opgaan. Dan waren we waarschijnlijk allang uitgestorven. Dus. Terug naar de wimpers.

Zoals ik al zei heb ik een zwak voor kunstwimpers. En dat terwijl ik ze niet eens elke dag draag. Eigenlijk draag ik ze nooit tenzij ik zo’n mooie make-up look bij elkaar gefantaseerd heb dat ik er simpelweg niet onderuit kan. Dan wel. En dan loop ik er het liefst meteen de hele dag mee rond. Wel moet ik er dan rekening mee houden dat ik brildragend ben. Teveel eikenprocessierups- wimper botst dan natuurlijk vreselijk en dan krijg ik weer uitgedroogde ogen omdat ik mijn ogen niet meer kan sluiten. Daarmee moet ik dan dus rekening houden en dan doe ik mijn contactlenzen in en is dat probleem ook weer opgelost.

Er zijn natuurlijk een heleboel trucjes om je wimpers ‘langer’ en voller te laten lijken. Ik zal er een paar voor je op een rijtje zetten:

  • Mascara. De nummer één uit de trukendoos.  Helaas (en aan de andere kant gelukkig) zijn er dan wel weer een triljoen soorten mascara te koop. Daarbij laten we ons maar al te makkelijk in de luren leggen wanneer we er eentje willen kopen. We gaan namelijk heel graag af op de foto die bij het merk hoort. Staat daar een model op met van die idioot lange wimpers? Dan komt dat natuurlijk door de mascara. We denken er niet echt bij na dat dat model misschien wel kleine kunstwimpertjes ertussen heeft zitten (of nog erger, een hele rij met kunstwimpers!), dat ze gefotoshopt zijn of dat het model veertig lagen mascara op heeft. Ik zeg niet dat dit bij elke reclamefoto zo is maar ga nooit blind af op de foto die je voorgeschoteld krijgt. Persoonlijk draag ik ook graag mascara maar koop nooit meer blind de allerduurste. En heb ik eens wél zin in een lekkere Lancome variant dan wacht ik tot ici paris de 40% ronde heeft en scoor ik hem in de sale ofcourse. De mascara’s van L’Oreal zijn trouwens heel regelmatig in de sale bij het Kruidvat met 1+1 acties. De “Paradise” variant vind ik daarvan dan weer heel prettig, zélfs de waterproof uitvoering. Daarnaast zijn de recensies van Catrice of Essence net zo goed dus je hoeft voor een lekkere mascara absoluut de portemonnee niet te trekken. De enige mascara waar ik met een boog omheen loop is die van de Hema. Net als de eyeliners. Blijkbaar zit daar iets in waarvan ik stand te pede jeuk en irritatie krijg tot het pijnlijke aan toe. Zo. Dat was een fijn alineaatje.
  • Mascara met poeder. Mascara met poeder? Jazeker. Dit is voor een extra stukje volume. Wanneer je mascara aanbrengt neem je een grote hele fluffy kwast en daarmee poeder je voorzichtig over de eerste laag wimpers heen. Of zelfs nog voordat je je mascara aanbrengt. Dat kan ook. Daarmee leg je eigenlijk een primer over de haartjes heen waardoor de tweede laag voller en dikker lijkt en je wimpers dus ook. Let er wel goed op dat je dan een mascara gebruikt die niet klonterig is anders versterk je dit effect natuurlijk ook en hoewel klonterige wimpers vast een trend zijn ergens op de wereld moet je het natuurlijk wel net leuk vinden.
  • De wimperkrultang. Wist je dat ze deze dingen zelfs hebben met batterijtjes en verwarmingselementjes? Dank u de koekoek. Dat zou ik maar uit mijn hoofdje laten want niemand zit te springen op blaren op zijn oogleden. Wanneer je een wimperkrultang gebruikt kun je je bezeren wanneer je het niet goed doet. Wees niet bang, je knijpt je  ogen er heus niet uit maar het vergt wel een beetje oefening en voorzichtigheid. Wél krijg je van zo’n apparaatje een heel mooie krul waarna de mascara nog net meer effect op smijt dan dat je het niet gebruikt. Niet dagelijks gaan gebruiken want : overdaad schaadt en je wimpers willen natuurlijk niet elke dag in de houdgreep genomen worden door een tangetje.
  • Wimpers verven. Wimpers hebben van zichzelf natuurlijk een kleur. Sommigen onder ons zijn gezegend met pikzwarte wimpers, de overige schare is bedeeld met blonde, grijze, rode of gewoon lichtgekleurde wimperharen. Dat is geen probleem want daarvoor is er mascara of in dit geval, verf uitgevonden. Wimperharen zijn vaak het donkerst bij de aanzet en aan het einde lichter van kleur. Waarom weet ik ook niet maar verf zorgt dat ze weer helemaal gekleurd zijn en hierdoor zie je natuurlijk ook pas hoe lang ze eigenlijk zijn.
  • Wimper primer. Dit is een beetje hetzelfde als de wimpers poederen voordat je mascara opdoet alleen zit dit in net zo’n houder als mascara. Het is eigenlijk een witte mascara die je even laat opdrogen en daarna met de gekleurde mascara de volgende laag / lagen aanbrengt. Het effect: langere en/of vollere wimpers
  • Wimperextensions. Dit hadden ze honderd jaar geleden ook nooit gedacht maar ze bestaan.. Hierbij zetten ze kleine haartjes stuk voor stuk tussen je eigen wimpers in. Een nadeel: je moet ervoor naar de salon om ze te laten zetten en te laten verwijderen en wanneer het niet goed gebeurt gaan je eigen wimpers alsnog naar de barrebiesjes. Een voordeel? Je hoeft geen mascara te gebruiken, geen wimperserum en geen kunstwimpers en je hebt een eeuwige oogopslag waar iedereen jaloers op wordt.
  • Wimperlift. Ik weet niet of je er ooit een filmpje van zag maar dit lijkt vreselijk eng. Het is niet eng trouwens. Hierbij gaan ze je wimpers eigenlijk permanent krullen net zoals ze dat vroeger met je haar deden. Met speciale ‘verzoringsproducten’ en een silliconen staafje brengen ze er een krul in door ze omhoog te drukken en met de producten te verzegelen. Het resultaat schijnt zo’n zes weken aan te houden.
  • Kunstwimpers. Ik zei het al, ik ben fan. Je krijgt instant een enorme oogopslag; afhankelijk van de wimper die je kiest natuurlijk. Er zijn verschillende uitvoeringen te krijgen, bijvoorbeeld met magneetjes of met lijm. Beide werken in principe al ben ik met de magneetuitvoering altijd bang dat ze tegen een lantaarnpaal aan blijven kleven wanneer ik er langsloop en het waait heel hard. Een iets minder gevoel van stevigheid zeg maar. Daarnaast is de ‘eyeliner’ die je erbij gebruikt vaak heel stug en stroperig waardoor het aanbrengen van een goede hechtlaag lastig is. Dit kun je vergemakkelijken door bijvoorbeeld Duraline van Inglot te gebruiken. Duraline is sowieso een wondermiddel want hij is multi inzetbaar. Er zit een pipetje aan de onderkant waarmee je met je oogschaduw élke denkbare kleur eyeliner kunt maken. Ook maakt het hard geworden gel-liner weer vloeibaar. Hij staat sowieso tussen mijn make-up stash.

Daarnaast kun je natuurlijk lijm gebruiken. Let hierbij op welk merk je het prettigst vindt en meestal is dat niet de lijm die erbij geleverd wordt. Duo is wel een van de fijnere merken. Daarbij kun je kiezen uit wit (transparant) en zwart. De zwarte lijm maakt dat de wimperrand dan vaak ook extra zwart wordt.

Zo. Bijna vijftienhonderd woorden gewijd aan dat kleine randje met haar op ons ooglid. Gekker moet het ook niet worden haha! Toch is dat kleine randje met haar wel iets wat een ooglook kan maken of breken. Wimpers doen gewoon heel veel en daarom willen we vaak ook maximaal resultaat bij onze zorgvuldig aangebrachte make-up. Vind jij mooie en lange wimpers ook belangrijk en wat doe jij om ze precies naar je zin te maken?

Oogschaduw(en)

Sommige mensen gebruiken alleen een foundation. Anderen niks meer dan een concealertje links en rechts en weer anderen hijsen hun hele face in de steigers en laten vooral de ogen niet ongemoeid. Onder deze laatste categorie val ik zelf maar dit wisten jullie natuurlijk allang.

Oogschaduw aanbrengen. Het lijkt zo makkelijk bij een ander maar wanneer je zelf aan de slag gaat en een mooie look wilt maken op de twee stukjes canvas onder je wenkbrauwen is het soms best nog een dingetje. Teveel huid, te weinig huid, te borstelige wenkbrauwen, te weinig wenkbrauw. Het is eigenlijk nooit zo als dat je ziet op het voorbeeld waarop je je look wilt inspireren.

Ik blijf het ook maar zeggen, eigenlijk is kopiëren ook nooit een goed idee. Dit valt altijd maar dan ook altijd tegen. Waarom? Omdat jij degene niet bent die jij als voorbeeld neemt en hoogstwaarschijnlijk is de foto die je als voorbeeld neemt ook nog eens flink bewerkt waardoor het al helemaal een illusie is geworden.

Maar, als veel dan nep is, hoe kun je dan wel een voorbeeld nemen aan de beelden die jij zo mooi vindt? Nou beste mensen dat kan wanneer je je niet zozeer focust op de omhooggetrokken wenkbrauw en het gladgestreken ooglid als juist wel op het kleurgebruik en de technieken die werden toegepast bij het model. Want daar kun je juist een heleboel aan hebben!

Om jou de mooiste look te laten maken en helemaal uit je dak te gaan van je look zet ik voor jou een paar tips op een rijtje. Hier komen ze 😊

De Oogschaduw an sich is natuurlijk een van de belangrijkste dingen waar jouw ooglook om gaat draaien. Dat dit hand in hand gaat met een primer las je in mijn eerdere blog Primer: net als een echte schilder waarin ik uiteenzet waarom dit het geval is.

Behalve paletten is er natuurlijk een enorme hoeveelheid aan keuze qua oogschaduw. Bijvoorbeeld:

  • Oogschaduwsticks – crèmig waardoor ze gemakkelijk over je oog glijden. Voordeel; snel en uitsmeerbaar. Nadeel: gaat snel in plooitjes zitten en we weten allemaal wel hoe gelukkig we hiervan worden: niet ☹
  • Oogschaduwcrème; in tubetjes, potjes of gloss-achtige verpakkingen. Vaak zit een shiny shadow in zo’n uitvoering. Hierin zijn de opties in kwaliteit iets rianter want er zijn echt wel soorten die goed blijven plakken en niet meteen in elke huidplooi kruipen. (Het is toch ook wat. Als baby moest je moeder om je huidplooien denken en als oudere en volwassene moet je er zelf om denken… *zucht*) Goed laten drogen voordat je met je ogen gaat staan te knipperen is een must. En hierop blijven wachten op je stoel met gesloten ogen ook. Want je wilt niet met dichte ogen ook nog een blauw oog oplopen natuurlijk.
  • Losse pigmenten: Veel minerale merken alsook de reguliere merken brengen oogschaduw in kleine potjes op de markt. Hierin zit vaak een klein strooidopje waardoor je de oogschaduw kunt doseren. Eerlijk is eerlijk, het is in het begin echt wennen en een heel geklooi wanneer je hiermee kennis maakt. Daar moet je echt even doorheen want vaak zijn de losse poedertjes wel erg mooi in gebruik en is de glans waanzinnig. De poeders brengen in principe niet heel anders aan dan geperste tabletten al moet je iets minder wrijven om de kleur op zijn plek te krijgen. Sommige mensen zweren bij deppen maar dit doe ik persoonlijk niet perse. In elk geval niet bij de matte kleuren. Nog steeds blenden om een mooi egale basis te maken. Wel gebruik ik hiervoor vaak een kleine blend kwast om het mooiste resultaat te krijgen.
  • Paletten zijn handig want hierin zitten vaak alle denkbare kleuren. Dat is een voordeel want je kunt er alle kanten mee op en vaak zitten ze ook in een kleuren-volgorde in het houdertje waardoor ze ton sur ton kunnen worden aanschouwd en gecombineerd. Een groot nadeel is dat je vaak een hele grote groep uitsluit omdat je meestal snel een voorkeur hebt voor kleurgebruik. Liever kies je dan een kleiner palletje waarbij je zeker weet dat je de kleurtjes die erin zitten met elkaar kunt afwisselen. Voor de onwetende of beginnende oogschaduwsmeerster is dat vooral prettig. En ook voor degenen die niet van uitbundig houden of graag binnen hun comfortzone blijven. En ook voor degenen die van snel en niet teveel hoeven kiezen houden.

Kleur bekennen. Eenmaal kennis gemaakt met bijna alle soorten en maten en uitvoeringen is het zaak kleur te bepalen. Maar, hoe doe je dat? Moet je een kleur uitzoeken die bij je ogen past? Moet je een kleurenwiel gebruiken? Moet je doen wat je geadviseerd wordt? Moet je een kleur uitzoeken die in je kleding zit? Ik zeg het je: NEE. Dat hoef je niet. Hoe weet je dan wat je wel moet kiezen? Ik heb daarvoor slechts één strategie en dat is misschien wel de engste voor degenen die voor zekerheid willen gaan: uit-pro-be-ren. Ja mensen. Niks meer en niks minder. Want je weet het niet eerder dan dat je het uitprobeert. En of je dat nou in je eentje doet of tijdens een workshop, in alle gevallen weet je het pas wanneer je het uittest.

Er zijn geen regels en geen wetten op het gebied van kleurgebruik. Het kan heel goed zijn dat sommige kleuren bij jou heel onflatteus staan maar dat weet je pas wanneer je ze probeert. Of natuurlijk kun je op voorhand een hekel aan een kleur hebben. Dan pak je die sowieso ook niet, zelfs niet wanneer de hele wereld bepredikt dat het je gorgeous staat.

Terug naar de inspiratie van dat plaatje wat je ergens tegenkwam. Ik zei het net al, je kunt dit natuurlijk wél als inspiratie gebruiken. Want vind je de look prachtig en de kleuren (onverwacht) mooi staan dan zijn dat momenten die je kunt gebruiken om zelf ook te experimenteren. Deze kleurtjes kun jij ook bij elkaar leggen en kijken of jij het ook mooi vindt staan 😊 De technieken die gebruikt zijn, de manier van aanbrengen. Er is volop inspiratie om ons heen die je op ideeën kunnen brengen of je kunnen aansporen eens buiten je comfortzone te gaan. Dáár zijn zulke afbeeldingen bij uitstek geschikt voor.

Glanzende kleuren. Om de glanzende (losse) kleurtjes op het bewegend ooglid te krijgen moet je goed opletten. Matte en glanzende oogschaduws ‘botsen’ regelmatig. Daarom zijn er een paar handigheidjes waarop je kunt letten wanneer je een glanzende kleur ‘over’ een matte kleur heen wilt brengen en de kleur net zo mooi blijft als in het potje en er niet slechts een ‘waas’ over blijft op je ooglid. Een paar tips:

  • laat ruimte over voor de ‘botsende’ kleur. Wanneer je de primer hebt aangebracht en je begint met invullen met oogschaduw, laat dan het stukje huid “bloot” waar je de glimmer wilt zetten. Of de kleur die je ook nog wilt gebruiken. Zo kan hij meteen aan de primer vast blijven plakken.
  • breng de glanzende kleur aan met je vinger. Vooral minerale producten vinden dit prettig omdat ze door je huidwarmte makkelijker gaan ‘sprankelen’. Ze laten zich zo wat feller zien en komen iets mooier en sprekender tot hun recht. Wanneer je groffe of dikke glitters wilt aanbrengen (bij bijvoorbeeld een party look) doe je dit ook het handigst met je vinger. Zo blijven ze beter plakken; zelfs op een matte kleur.
  • Ga wanneer je de kleur wilt aanbrengen met een plat (rond) kwastje door je vloeibare / smeerbare oogprimer en dep met het kwastje de primer over je oogschaduw daar waar je de glim wilt hebben. Breng daarna deppend met een kwastje de kleur of pigmenten aan. Zo krijgt de pigment opnieuw de kans te plakken aan de primer en komt de kleur mooier uit.

Een finisher of fixeerspray over je hele look (wanneer je klaar bent) houdt de boel uiteindelijk mooi op zijn plek.

Je leest het, overal is een boel keuze in, ook en vooral in oogschaduw. De winkels puilen uit en het internet explodeert van de looks en de mogelijkheden. Door met oogschaduw te spelen kun je wel écht verschil maken in je oogopslag en je gehele look en met verschillende trucs kun je daarin heel veel bereiken net zoals je juist het tegengestelde effect bereikt wanneer je net de verkeerde technieken toepast maar dat bewaar ik voor een andere blog 🙂

Durf vooral te proberen, wanneer je het griezelig vindt om iets nieuws te proberen, doe het dan vooral eerst in de veiligheid van je eigen woonkamer. Steeds iets anders totdat je je er prettig bij voelt. En ach, af en toe moet je gewoon iets onverwachts doen wat dan heel goed uitpakt, zo is het ook weer 😉

Leren is experimenteren ♥

Blushen of Blozen

Bij een blusher kan ik er niets aan doen; ik denk automatisch aan een clown met van die opgetekende wangen. Van die opgetekende rode rondjes en een zonnetje. Al laten we dat zonnetje meestal achterwege tenzij het carnaval is.

Teveel make-up geeft snel een clownesk effect. En vooral, teveel rouge op de wangetjes. Ik zie af en toe iemand lopen waarvan ik denk dat die gewoon letterlijk voorover in haar blushdoos gekukeld is. Zulke felrode wangen heeft die dan. En dan bedoel ik niet omdat de huid zo rood is maar omdat er gewoon twee rode cirkels opgetekend zijn. Maar nogmaals, make-upregels bestaan eigenlijk niet. Je moet ten alle tijden doen wat je mooi vindt. Ongeacht wat de rest van de natie daar wel of niet van vindt. En da’s geen grap.

Rouge werd al gebruikt in de barok tijd (en ver daarvoor trouwens ook al). Daar was het hip om je volledige gelaat zo wit mogelijk te poederen en daar gebruikten ze de blush alsof hun leven er vanaf hing. No blush, no life. Zoiets. Compleet met pruiken en zwarte lijnen als boogjes boven het oog als wenkbrauw. Rode lipjes en vooral, rode wangen. Dat was hot and happening en dat getuigde van status en rijkdom.

Wanneer je zoiets tegenwoordig zou doen werd je weggezet als karikatuur vrees ik. Want het schetst eerder het beeld van Pierrot of clown dan van rijkdom en hippigheid (dat woord is zojuist ontstaan…) Tegenwoordig is het aanbrengen van een mooie blush nog net geen artistiek hoogstandje. Want ik weet niet hoe het met jullie zit, maar ik vind het verdraaide lastig. Ofwel het pakt te oranje uit, ofwel het is te gepigmenteerd (en werk dat dan maar weer eens bij) ofwel je smeert het niet daar waar het hoort.

Daarbij zijn er zevenduizend manieren om het aan te brengen en je wilt natuurlijk wel de optie kiezen die het allerbest bij jouw gezicht past. Je wilt niet random die kwast met rode of roze poeder rond je hoofd slingeren met in je achterhoofd Carry Tefsen die gilt: “op goeeed geluuukkkk!!” – voor de jonkies onder ons, dat is ver voor jouw tijd. Scroll maar gewoon door 😉

Er is tegenwoordig zelfs een make-up look die heet “the cold face/girl/boy make-up trend” Dat is dus gewoon ook echt zo 🙂 Dan is het de bedoeling dat je eruit ziet alsof je heerlijk in de frisse kou hebt gekuierd en je helemaal glowing terugkomt met de blosjes op precies de juiste plekken. Zo’n helemaal lekker geconserveerd gezicht die lijkt alsof hij uit de vriezer komt. Zonder vlekjes en oneffenheidjes maar mét de rode koontjes. Hmm. Dat is geloof ik niet de realiteit van een hoofd dat uit de diepvries komt maar goed. Laat dat dan maar.

Blush kan veel toevoegen. Mits het goed gedoseerd en op de juiste plekken wordt aangebracht. Maar is het nou persé nodig? Ik denk het niet. Niet iedereen hoeft een roze of andersoortig gekleurde zweem over zijn gezicht te trekken als hij dat niet mooi vindt of niet wil.

Maar waarom zou je het dan wél willen? Decoratieve make-up is er om je gezicht meer te laten spreken (don’t hang me, ik gebruik vooral mijn eigen inzichten en opvattingen oké?). Om je mooie en sterke punten te accentueren of om wat kleur aan te brengen in je gezicht. Nou is blush niet bedacht om te doen lijken alsof je in de zon hebt gezeten (tenzij je de sunburned-look beoogd), daarvoor is een tan / bronzer bedacht. En deze bronzer kun je dan ook weer gebruiken als blush. Andersom kan dat dus niet.

Waar breng je de blush aan? En hoeveel. Regel (als we dan toch een regel willen noemen) 1: less is more. Pas op en kwast niet te kwistig. Rouge of blush is vaak erg gepigmenteerd en met sterke pigmenten wil je geen ruzie krijgen. Doe dus voorzichtig. Vaak plaats je de blush wat hoger in het gezicht maar dit is ook afhankelijk van de vorm van je gezicht natuurlijk. Het wemelt op het internet van de gezichtsvormen en blush tips. Dus wil je weten waar je dit precies aanbrengt; gooi het in google. Mijn tip? Experimenteer gewoon lekker en doe wat je mooi vindt. Maar doe het met mate 😉

Blush is er in verschillende variaties; bijvoorbeeld

  • Je hebt de ‘ouderwetse’ blush, in een geperste tablet in een blushdoosje.
  • Er zijn sticks die eruit zien als lipstick (zo’n hele dikke) en vaak voor meerdere doeleinden te gebruiken zijn (super handig voor onderweg),
  • er is crème blush in een potje of tubetje; deze vind ik ook erg fijn omdat hij zo lekker vermengd met de huid wanneer je hem uitblend met een dikke bufferkwast en deze is ook multifunctioneel te gebruiken
  • er is losse poeder (bijvoorbeeld die van minerale cosmetica)
  • je lipstick! Wanneer je de kleur van je lipstick ook in je blush terug wilt zien tip je drie kleine stipjes op je jukbeenderen, blend het mooi uit et voilá, looking gorgeous 😉 zonder gedoe!
  • tip: een crème blush breng je niet aan over een gepoederde huid. Dit doe je overigens ook niet met een crème concealer. Doe je dit wel dan ‘breekt’ of lijkt het korrelig het omdat je eigenlijk een dikkere laag aan het opbouwen bent.

Het voordeel van een crème achtige blush vind ik dat hij heel fijn is te doseren. Je kunt het niet snel verpesten. Wanneer je een poeder of een tablet vorm aanbrengt en deze is erg gepigmenteerd creeër je voor je het weet een stain, een vlek die lastig weer te corrigeren is. Voorzichtigheid en zuinigheid is dan dus geboden. Beter een kwastje extra dan eruit zien alsof iemand je tegen je wang heeft gemept.

Kort samengevat: blush kan prachtig zijn en multifunctioneel bovendien. Een mooie blush gaat een tijd mee en wanneer hij te gebruiken is voor verschillende dingen (oogschaduw, lipstick, blush) is hij niet gauw te duur. Soms denken we teveel in beperkingen en te weinig in mogelijkheden. Vaak is een product voor meerdere doeleinden te gebruiken. Dan heb je alleen even een tip nodig om hem in de spotlights te zetten. Uitproberen is het sleutelwoord voor bijna alle make-up dus ook voor deze. En qua kleur zou je kunnen gaan stoeien met lipsticks die je hebt; gebruik ze eens als blush om te kijken welke kleur goed matcht en mooi staat. Dan kun je later alsnog een blush aanschaffen in deze kleurenrange.

Ik wens je nog een mooie blozende 😉 dag!

Liefs!

Illusie te koop

Als het op verzorging aankomt zijn wij Nederlanders best Calvinistisch. We geven het liefst niet te veel uit aan alles wat ‘onnodig’ is of aan dingen waarmee we met dit idee zijn grootgebracht. Alles waar ’te’ voor staat is niet nodig of niet goed. Behalve te-vreden dan. Dat is dan weer dikke prima. Maar zijn we wel Calvinistisch genoeg wanneer het op onze schoonheid aankomt?

Nou is het een feit dat cosmetica een branche is waar de euro’s rollen. En niet een beetje ook. Dit gebeurt in de ruimste zin van het woord. Er is geen enkel aspect aan uiterlijke verzorging waar géén geld aan verdiend wordt. Dat is zakelijk gezien volkomen logisch, maar vanuit het perspectief van ons als consument natuurlijk belachelijk. 

Want heel eerlijk: we laten we ons verleiden en trappen in de verkooppraatjes, de (loze) beloftes die gedaan worden en de illusies die ons verkocht worden. We laten ons misschien ook maar wat graag voorjokken of een fantasie aanpraten of verkopen want dat wat we voorgespiegeld krijgen is onze ultieme droom.

Schoonheidsidealen worden enorm uitgebuit door de schoonheidsindustrie. Er zijn oneindig veel spullen te koop die ons volledig kunnen renoveren. Onze jeugdigheid is letterlijk te koop. Of het nou crèmepjes zijn voor onze putjes, zalfjes voor onze rimpels, poedertjes voor onze glow of vitaminepillen voor onze innerlijke verzorging: niks bestaat nog niet.

Hoe groter de belofte, hoe hoger het prijskaartje wat eraan hangt. Cellulite is bijvoorbeeld iets waar zo ongeveer de gehele vrouwelijke wereldbevolking aan ‘lijdt’. En hoewel we er niet dood aan gaan, het iets heel normaals is omdat er bijna geen vrouw is die de bobbeldans ontspringt; toch haten we het vanuit het diepste van onze ziel en moet er korte metten mee gemaakt worden: HET MOET WEG. En wel snel.

En dus laten we ons in folie wikkelen, laten we vet wegzuigen, laten we ons (enorm pijnlijk) masseren, kopen we massaal cups om onze eigen benen te cuppen en nemen we de blauwe bloeduitstortingen op de koop toe. Omdat we geloven dat het werkt. Dat beloven de voor- en na foto’s toch? Dat zeggen de reviews toch? Dus als we gewoon goed volhouden of met de pinpas zwaaien dan werkt het. Punt uit.

Datzelfde geldt voor rimpelproducten. Ik denk persoonlijk dat deze wel zo ongeveer op nummer één staat op het gebied van verzorging en crèmes die te koop zijn. En als je daar goed over na denkt is het eigenlijk te zot voor woorden. Elk lichaam is zo ongeveer op dezelfde manier in elkaar gezet door moeder natuur. Een logisch verloop van ouder worden geldt voor ons allemaal; bij de een wat sneller dan bij de ander, maar uiteindelijk is het maar een handjevol mensen die (natuurlijk) gladgestreken in de kist ligt. Niet dat dat nou zo’n prachtig vooruitzicht is maar je snapt het punt.

Schoonheidsbehandelingen bij de schoonheidsspecialiste zijn verrukkelijk. De crèmes en zalfjes die je er kunt kopen ook. Maar is het een garantie voor een glad smoeltje? Voor de eeuwige jeugd? Nee tuurlijk niet. Het is vooral een garantie voor een lager banksaldo en een uur of anderhalf genot omdat de persoonlijke aandacht zo heerlijk is. En daarover is dan weer geen woord gelogen.

Vroeger leerde ik al snel een gezegde: ‘wie mooi wil gaan moet pijn doorstaan’ (…) En we vinden het ook nog allemaal prima. Dat er een prijs hangt aan mooi willen zijn. En of dat nou een letterlijke prijs is in de vorm van harde euro’s of het is een mentale of fysieke prijs; we zijn overal bereid voor te betalen.

Dat ons dit aangeleerd wordt begint eigenlijk al in onze heel vroege jeugd. Wanneer we onze ouders (met name moeders) oeverloos zien lijnen, wanneer de badkamers van weleer (en dus in ons eigen volwassen leven ook) uitpuilen van de smeerseltjes en scheermesjes, dat de afspraak bij de kapper vooral niet vergeten moet worden omdat we niet met een landingsbaan op het hoofd rond willen wandelen en dat kinderen tegenwoordig vaker wel dan niet met een beugel rondlopen omdat het anders niet zo mooi lijkt. Het gaat bijna altijd om esthetiek en niet meer om de gezondheid van je mond of om een aangeboren afwijking te corrigeren om ellende op volwassen leeftijd te voorkomen.

En als je nu denkt dat het nu meer is dan in vroeger jaren… Nee hoor. Mooi willen zijn is van alle tijden en alle eeuwen. Het is te aanschouwen in de kunst waarbij je de verschillende schoonheidsidealen de revue ziet passeren. Het is op de alleroudste afbeeldingen te zien, zelfs in de catacomben van het oude Egypte. Cleopatra baadde in een bad van ezelinnenmelk. Niet omdat ze dat bad leegdronk maar om er mooier van te worden. Om haar huid te verwennen. En was in het jaar 69 voor Christus. Ik bedoel maar.

Waarom gaan we er dan zo massaal in mee? Hoe kan het dan dat we eigenlijk geen weerstand kunnen bieden in het mooi willen zijn? In het nastreven van er zo jeugdig mogelijk uit willen zien? Ik denk eigenlijk dat het in ons DNA zit. Wanneer je er jong uitzag lag je goed in de markt. Dat was al in de prehistorie het geval. Het bood uitzicht aan het overleven van je stam omdat je je kon voortplanten En aan dingen die in je systeem zitten, die in je DNA zitten, is geen ontkomen aan. Dat doe je op de automatische piloot en dat zit in ons als mens.

Toch drukt de beauty industrie daar een enorme stempel op en buiten onze zwaktes maar wat graag uit. Zij weten met hun middelen illusies te creëren waar ons DNA niet tegen opgewassen is. Wij zien, voelen en denken eigenlijk op de automatische piloot en vallen als een blok voor dat wat we registreren. Dan proberen we ons door middel van reviews te overtuigen dat het ‘echt’ werkt! Dat het ook ons zal veranderen of de tijd zal doen stilstaan…

Gelukkig wordt er in deze tijd wel steeds meer aandacht aan besteedt en wordt het met meer eerlijkheid belicht in de media. In tijdschriften, in blogs en op het internet gebeuren twee dingen. Enerzijds proberen ze je te doen geloven dat je schoonheid maakbaar is; dat je alles kunt doen of kopen om de eeuwige jeugd te bewaren. Door middel van smeren, spuiten of slikken van middelen of door het mes erin te zetten. Anderzijds is er gelukkig ook een stroming op gang gekomen die juist het tegenovergestelde predikt. Die ons probeert los te maken van illusies of ideeën en het hele idee van ‘schoonheid’ in een ander perspectief plaatst.

Social media heeft hierin best een grote rol. Voor beide kanten. Via social media worden we beïnvloedt. En dan is het maar net waardoor. Worden we week gemaakt door de beloften en de voorgespiegelde illusies door filters, bewerkte foto’s en reclames? Of vallen we voor de nuchterheid van sommige berichten en mensen en leren we het eindelijk eens accepteren dat perfectie een illusie is en nogal relatief…?

We zullen wel een beetje in deze twee kampen blijven ronddwalen denk ik. Want, zoals ik al eerder zei; het zit in ons systeem. Dat is niet uit te wissen. Tuurlijk willen we er mooi uitzien, genieten van ons spiegelbeeld en wanneer we iets vinden dat ons daarbij helpt is dat mooi meegenomen.

Aan de andere kant worden we ons vooral naarmate we ouder worden veel meer bewust van wat schoonheid eigenlijk is. En dat het letterlijk vergankelijk is. Niet omdat we lelijk worden gedurende het ouder worden maar omdat schoonheid helemaal niets zegt over wie je bent.

Wanneer ik iemand leer kennen en zijn of haar schoonheid met mijn ogen aanschouw kan dat in een vingerknip weggaan en nooit meer terugkeren. Hoe? Door naar en gemeen gedrag. Wanneer ik zie dat diegene lelijk doet, onaardig is of wat dan ook, dat vergaat zijn mooie uiterlijk stand te pede en kan ik ook nooit meer anders zien. Dan vind ik die persoon in een smak niet meer ‘mooi’.

Wanneer de tijd verstrijkt zien we steeds meer perspectief en realiseren we ons meer en meer dat schoonheid niet in een rimpel gevangen zit. Of eigenlijk in een strakke huid. Of in een gladde kont. Of in alles wat we bij een ander zien behalve bij onszelf.

Uiteindelijk zijn er maar een paar dingen die de schoonheid van ons leven bepalen en dat zijn onder andere onze gezondheid en een flinke dosis (zelf)liefde. Want zonder deze twee reduceert de kans op een leven mét rimpels (en dus ouder worden) wel heel snel. Mensen zijn gemaakt om te doen wat ons gelukkig maakt, om van te houden en om lief te hebben. En die dingen zijn denk ik met geen collageenpil, cellulite crème (of wat voor middel om dit te bewaren of te creëren) te fiksen zijn. 

Betekent dit dan dat we niks aan onszelf zouden moeten doen? Om heerlijk verlept en verzopen de toekomst tegemoet te treden? Ons voor eeuwig onthouden van een lekkere massage, schoonheidsbehandeling of even asociaal los te gaan in de Douglas? Absoluut niet! Het betekent dat we dingen moeten doen omdat we ze leuk vinden, omdat ze ons een lekker of fijn gevoel geven en omdat we het onszelf gunnen. Daarom. Want van jezelf houden en voor een ander zorgen doe je niet vanuit illusies maar vanuit je hart.

Dat gezegd hebbende besluit ik mijn betoog zo op de zaterdagavond met een muts op mijn hoofd tegen de stijgende energieprijzen en met bloot on-gemake-upt hoofd omdat ik daar vandaag gewoon even lekker zin in heb. Met of zonder wallen en rimpels 😉 Fijne avond!

liefs Paulina

To lipstick or not to lipstick, that’s the question

Shakespeare had er best een voorstelling over kunnen schrijven zo oud is lippenstift al. Ver voordat we de beschaving kennen waarin we nu leven bestond het kleuren van je smoelwerkje al en kleurden mensen hun lippen rood. Dit deden ze uiteenlopende redenen: ze wilden zich onderscheiden, om hun (machts)positie kracht bij te zetten en natuurlijk om er mooier uit te zien en vast nog heel veel andere redenen.

Lippenstift kan een extra touch aan je look geven. Je lippen lijken er voller door, groter (of kleiner wanneer je niet oppast) en alleen lipstick dragen kan al volstaan om je verschijning een boost te geven. Hoe feller de kleur des te aanweziger je mond 😉

Toch is het nogal een dingetje om een kleur uit te kiezen die mooi bij je staat. Tenminste, dat heb ik eigenlijk altijd zo ervaren. Want, op een afbeelding kan hij er prachtig uitzien, of op een foto, maar hoe hij uitpakt in je gezicht is van een heel andere orde. Uitproberen is de kortste klap maar ja, niet elke lipstick is te testen en eigenlijk zou je dat ook niet moeten doen in een winkel. Om te voorkomen dat je opgezadeld gaat worden met een koortslip (waar je letterlijk nooit weer vanaf komt!) blijf je daar beter gewoon van af.

Wat dan wel? Kijken naar de kleur van je tanden en naar de kleur van je haar zijn wel de grootste pijlers. Ook naar je huid, maar dan vooral de kleur van de huid (lees onrustig) rondom je mond.

Een probleem waar ik (en velen met mij) tegenaan lopen is de volgende. Ik zie een mooie nude kleur (waar ik voor val want: op de foto’s die ik zie lijkt het zo beeldig). Die schaf ik aan en smeer hem op mijn mond. Gevolg: ik zie er écht niet uit. De kleur vloekt met mijn huidskleur of valt er volledig in weg en beter lach ik nooit weer. Wat bij mij vaak het geval is, is dat de kleur rondom mijn mond niet dezelfde kleur heeft als mijn voorhoofd en wangen. Nou ja, alleen wanneer ik slaap want dan raak ik mijn kin nooit aan en heb ik geen last van warmte en weersinvloeden.

Een onrustige huid die vlekkerig en rood is doet praktisch elke kleur lipstick verpesten. Echt. De kin leidt dan zo af van de kleur dat het een te bont geheel wordt.

Mijn oplossing daarvoor is éérst mijn huid egaliseren. Dit doe ik met  een kleurcorrector. Meestal met een groene rondom mijn mond en daaroverheen de foundation. Dan is mijn huid mooi egaal en kan het stiften eigenlijk zo huppekee beginnen. Het verschil van egaal en rustig is een verschil van dag en nacht. Vooral bij een lipstick maakt dat nogal uit. Lippenstift voorziet je gezicht van extra kleur. Wanneer de kleur rondom die plek opgaat in de kleur van je lipstick dan maakt dat de boel er beslist niet mooier op en liever kies je dan eigenlijk gewoon voor een balsempje zonder kleur. Dat is eigenlijk altijd wel te doen.

Wanneer mijn huid mooi geëgaliseerd is omlijn ik mijn lippen met een potlood. Bijna altijd een heel klein beetje donkerder dan de kleur die ik opsmeer. Te licht is een no-go. Tenzij je een kleur doet OM je lippen heen (op je huid) om de lipcontouren strakker te laten lijken. Dat is dan weer wel een optie. Maar dat kun je ook doen met een beetje (vloeibare) concealer.

Eenmaal de lippen omlijnd kleur ik ze in. Het allerliefst doe ik dit met een lippenseel. Het is meer gefrut maar het is zeker de moeite waard omdat je het preciezer kunt aanbrengen en met een fel gekleurd lippenstiftje kleur je liever niet erg buiten de lijntjes om te voorkomen dat je eruit gaat zien als clown Bassie.

Wanneer je de kleur gaat bepalen is er behalve een flawless huid nog een punt waaraan je moet denken. Namelijk, de kleur van je tanden. Want met bijna alle kleuren met een geel/oranje vleug erdoorheen loop je tegen het volgende probleem aan: je ziet eruit alsof je je tanden een week niet gepoetst hebt. En met je mond dicht kan je gezicht er beeldig uitzien met zo’n nude gestift mondje (want bij veel nude kleuren zit ook een oranje gloed) totdat je gaat lachen en het hele beeld verziekt is.

Eeuwig zonde. Nou zijn eigenlijk bijna alle kleuren in koele en warme varianten te krijgen. En in dit geval maakt de huidskleur niet eens veel uit (in mijn optiek). Zolang de teint maar egaal is en weinig vlekkerig. Wat weer wél van invloed is, is je haarkleur. Tenminste, dat is míjn idee. Wanneer ik mijn haar licht verf vind ik sommige kleuren minder mooi dan wanneer ik het donker heb. Bij blond haar met donkere uitgroei vind ik fuchsia of van die heel fluorroze lippenstift snel ordinair staan (bij mezelf). Terwijl met dat kapsel niks mis is staat de make-up dan bij mij op vliegen.

Alles opgesomd blijven er maar twee feiten overeind staan na dit betoog en dat zijn:

  • Let erop dat de huid rondom de mond mooi egaal is
  • Let erop dat je geen oranjetinten gebruikt wanneer je tanden gelig zijn (of lijken)

Dan zit je eigenlijk altijd safe. De overig genoemde punten zijn vanuit míjn optiek geschreven en natuurlijk geen feiten; alleen al vanwege het simpele principe dat over smaak nooit en te nimmer valt te twisten 😉

Wanneer je eenmaal de juiste kleur hebt gekozen wil je natuurlijk ook dat deze mooi en zo lang mogelijk blijft zitten. Daarbij is het zo dat een duur product niet persé een goed product is. Maar dat is iets wat bij héél veel cosmetica (en andere dingen) geldt. Mijn tips op een rijtje:

  • Zorg voor gladde lippen zonder velletjes. Velletjes doen je lippenstift slordig lijken en dat is gewoon niet mooi. Het wordt dan een gestift tussen bultjes en ragjes door en het is behalve onhandig ook niet mooi.
  • Gebruik een lipliner. Een lipliner maakt dat je lippenstift niet uit gaat vloeien in de rimpeltjes rondom je mond. Wanneer we twaalf zijn maakt dat niet uit. Wanneer we twintig zijn gaat het ook nog. Maar wanneer we last van opvliegers krijgen wel. En daarvoor ook al. Bovendien lijkt het ook verzorgder wanneer je met een potloodje een mooi strak lijntje weet te zetten wat met alleen lippenstift eigenlijk een onmogelijke opgave is omdat het veel smeerbaarder is en uitschieten niet zo moeilijk.
  • Gebruik een penseeltje om je lippen in te kleuren. Een penseeltje zorgt ervoor dat je nauwkeuriger kunt werken en dat je de kleur meer ín je lippen smeert dan wanneer je hup even de lippenstift over je lippen heen veegt alsof het een Labello is.
  • Kleur met je potlood de plekjes extra in waar het het snelste weer af gaat en ga er dan met lipstick overheen. Zo zit er al een kleine basiskleur op.
  • Gebruik een lipprimer. Dit hoeft beslist niet altijd maar maakt je lippen wat egaler en de hechting van je lipstick is fijner. Hoe fijn je het gebruik ervan ervaart is voor iedereen anders natuurlijk maar wanneer je last hebt van droge lippen is het zeker wel een aanrader omdat de primer beter hydrateert.
  • Hap overtollige lipstick af op een tissue – en stift eventueel nog een keer
  • Bij rode lippenstift of een andere (felle) kleur: wil je voorkomen dat die kekke kleur je tanden ook mooi doet shinen: steek je wijsvinger na het stiften in je mond, sluit je lippen en trek je vinger terug. Sorry voor de omschrijving maar thank me later voor de praktijk ervaring. Doordat je je vinger terug trekt (jeetje dit is wel heel raar geschreven, excusez moi …) blijft de overtollige lippenstift aan je vinger zitten en komt het veel minder gauw op je gebitje terecht en loop je minder snel voor joker.
  • Poeder de lippen lichtjes af na het stiften (en het afhappen)
  • Zorg dat je tanden schoon zijn. Mooie lipstick met spinazie tussen je tanden is een afgang en niemand is vaak zo vriendelijk om het even te melden behalve je kinderen die dat dan vooral doen omdat zíj zich voor jou schamen.

Goed. Genoeg tips en tricks. Mijn devies is om gewoon lekker te expirimenteren en vanzelf te zien wat jou de allermooiste glimlach oplevert. Letterlijk én figuurlijk 😊

Fijne mooie dag!

Het maken van de perfecte make-up foto

Ik zag het al meerdere malen voorbij komen: “mijn make-up zit er zó goed op en op de foto zie je er niets van! Is mijn make-up dan niet mooi of is de foto niet goed gelukt?”

Lieve make-up liefhebber ik zal je troosten: je make-up is altijd wat je in de spiegel ziet. Is dat wat je spiegelbeeld je vertelt mooi? Dan is dat gewoon zo. Punt. Klaar. (nee, dat is niet goed Nederlands dat is Zuid-Afrikaans maar bekt zo lekker weg 😉)

Ik zal je aan de hand van foto’s laten zien wat de hoek van de foto doet, wat licht doet en wat poseren doet. Want ook al heb je alles perfect opgesteld; wanneer je een raar hoofd trekt, je ongemakkelijk voelt, de flits net afgaat wanneer jij moet niezen of weet ik veel wat, dan ben je nog steeds niet tevreden over het resultaat.

Ik heb nu een paar keer een fotoshoot mogen doen, nou ja mogen doen, ik wilde dat zelf vooral (insert hysterische emoticon) en er is een verhipt goede fotograaf nodig om jou vast te leggen zoals je bent én waar je mooi op staat. Fotografie is een vak. Simple as that. Voor het instellen van een professionele camera (of in mijn geval telefoon of Nikon in bijzondere gevallen) is al een HBO opleiding nodig lijkt wel en daarbij is ook een stuk gevoel onontbeerlijk; gevoel voor fotografie, voor compositie voor dat wat prachtig blijkt te zijn wanneer het vastgelegd wordt.

Fotografie van objecten is heel iets anders dan fotografie van mensen. Want objecten zullen niets onverwachts doen en hebben geen karakter. Een mens moet je zien te vangen in een foto met datgene wat hem of haar mooi maakt. Dat is gewoon lastig.

Daarom, maak het jezelf niet moeilijk. Ik geef je hieronder een paar tips en voorbeelden van wat licht en de hoek doet en wat een verschil in soortencamera dan doet. Zo heb je een idee waar te gaan staan en hoe.

De selfie.

 Er is tegenwoordig geen mens meer (oké vooruit, sporadisch vind je er nog een exemplaartje, meestal kerels 😉) die géén selfies maakt. Een selfie is op zich ook het minst ingewikkeld. Zou je denken… Want je drukt op de knop waardoor het beeld naar jou toekeert, gaat ergens staan of zitten waar niemand je ziet lachen of kijken en maakt de foto. Zo. Gefikst. Tevreden of eigenlijk vaker ontevreden scroll je door je filmrol heen en daar prijk jij, in de selfiepose op al je gemaakte foto’s; een gymselfie, een nieuwe bril (die trouwens ook altijd lelijk lijkt op een selfie) of een mooi gelukte oogschaduw look. En die komt nóóit uit zoals jij hem in de spiegel ziet. De glans verdwijnt, de verschillende kleuren worden plotsklaps één grijze brij of je ziet jezelf vanuit een kikvorsperspectief omdat je ergens per ongeluk op de ‘maak foto’ -knop drukte. Kortom, zo simpel is een kek selfietje nog niet.

De reden dat een selfie niet heel realistisch is: omdat de lens jouw gezicht en het perspectief vervormt. Je houdt de camera te hoog of te laag, staat in verkeerd licht en de camera vervormt ook letterlijk. Je hebt never nooit dezelfde vorm van gezicht dan wanneer je vóór de lens gaat staan (en deze het liefst ook nog een piepklein tikje omlaag laat staan omdat je anders het risico loopt dat hij een beetje van onder knipt en dan heb je weer een dikke onderkin. Soms wanneer je de camera neerzet en een selfie maakt lijkt het nog íets realistischer maar het wordt nooit zoals het ís. Dat is best wel confronterend eigenlijk want soms lijk je gewoon lekker smal in de selfie en andersom net niet. Dat is stom maar helaas wel gewoon waar.

Jouw camera kan op de selfie stand ook niet de diepte en glittering vangen die je wel in je beeld ziet. Want jij ziet in principe een mooie make-up, eenmaal vastgelegd verdwijnt wat jij zag in je schermpje. Hallo teleurstelling! Maar, wat doe je dan wél?

Zorg dat je NIET, ik herhaal NIET in halogeen licht gaat staan. Foto’s gemaakt in halogeenlicht moet je beperken tot het vastleggen van mooie nieuwe glitter oorbellen of een tiara. Dan heb je kans dat je dat net wel kunt vastleggen. Maar je gezicht; neen. Wat ook leuk is in halogeenlicht zijn je spierballen of je triceps (voor de sportliefhebber onder ons 😉) want door de lichtval zie je de definitie een stuk beter maar daar hebben we het even niet over. Waar moet je dan wél gaan staan?

In daglicht. Niet buiten gaan staan in de volle zon, ook dat laat je lijken alsof je huid veranderd is in een maanlandschap. Niet doen. Het liefst geen felle zon, geen schaduw maar eigenlijk voor een licht raam. Daarbij zet je je telefoon ergens neer en ga je vóór de lens zitten en niet in de selfie stand. Met je telefoon kun je waarschijnlijk prachtig scherpe foto’s maken. Vooral van anderen. Dat komt natuurlijk omdat je dan achter je camera staat en weet hoe je moet focussen, scherpstellen etcetera. Wanneer jij voor de lens gaat staan is het een kwestie van uitoefenen hoe de afstand het allerhandigst is en waarbij jouw foto het beste lukt.

Een ringlamp. Ik heb een paar jaar terug een ringlamp gekocht omdat ik op instagram mooie make-up foto’s wilde plaatsen en ik tegen exact dezelfde struggles aanliep als die ik hierboven beschrijf. In zo’n ringlamp kun je je mobiel plaatsen (of zelfs je dure camera) en zo heb je eigenlijk altijd toegang tot goed licht omdat deze dimbaar, verstelbaar in kleur en op hoogte verstelbaar is.

Wanneer je in dit licht make-up foto’s maakt gebruik je nog steeds NIET de selfiestand. In elk geval niet wanneer je doel is om je creatie zo mooi mogelijk uit te laten komen. Wanneer de ringlamp aan staat en je de foto’s maakt doe je de andere lichten ook uit. Wanneer je je huiskamerlamp laat branden krijg je wederom niet wat je wilt zien door teveel tegenlicht links en rechts en/of van boven.

Poseren. Poseren is nodig om een goede foto te maken. In het bijzijn van andere mensen is er niks no akelig dan ‘gemaakt’ te lachen of juist zwoel in een lens te staren. Zelfs wanneer het je eigen is. De befaamde Duckface is vast ontstaan omdat iemand nog liever heel overdreven een foto van zichzelf maakt waar anderen bij zijn dan dat hij of zij serieus een mooie foto wilde maken. Ietsje minder awkward. Al is ‘het gemaakte’ dat dan nog steeds. Akward. Wanneer je wilt leren een mooi gezicht te trekken doe je er goed aan ook daarmee te oefenen om minder gegeneerd of onhandig te worden in een camera. En dat doe je dan ook niet met de selfie. Dat doe je door vóór je camera te gaan staan, de zelfontspanner in te schakelen en verschillende gezichtsuitdrukkingen en houdingen te oefenen. Dan wordt je er vanzelf relaxter in, ook wanneer een ander een foto van je maakt. Waarom oefen je dat niet met de selfie? Ten eerste omdat de selfie je er anders uit laat zien en ten tweede omdat je eigenlijk een gevoel van misschien wel schaamte moet overwinnen wanneer je vóór de lens staat. Zelfs als is dat je eigen lens.

Je leest het, het is nog niet zo simpel en daarom volstrekt onnodig te geloven dat jouw mooie make-up looks niet zijn wat jij ziet. Dat komt louter en alleen omdat er nogal wat foefjes en handigheidjes zijn om iets mooi vast te leggen. Ligt niet aan jou of aan jouw make-up, ligt aan degene die de foto maakt. Is dat jammer? Ja soms wel wanneer je het graag wilt delen en de details wilt vastleggen. Maar doorgaans zou ik er niet een fuss om maken en jezelf op de kop zitten. Je hebt het prachtig gedaan en dat zie je in de spiegel het allerbest 😊 En dan nu, de foto’s om de verschillen van de hoeken en standen van de camera duidelijk uiteen te zetten.

Zoveel aanzichten zoveel verschillende resultaten. Veroordeel je make-up skills dus niet naar aanleiding van een foto die niet naar de zin was. Alles is beïnvloedbaar en alles is manipuleerbaar. Dat geldt overigens ook voor de foto’s die je op social media voorbij ziet komen. Bovenstaande foto’s zijn niet bewerkt maar veel zijn dat wel. Ook daardoor kun je soms het idee krijgen dat wat jij doet niet goed lukt terwijl dat totaal niet het geval is.

Ik hoop dat je met deze post met iets meer vertrouwen naar je resultaten en je skills kijkt en vooral veel plezier hebt en houdt in make-uppen. Want uiteindelijk is dat toch waar het om draait? Plezier in dat wat je doet 🙂

Fijne dag beauties!

Het geheim van een mooie look

We speuren het hele internet af op zoek naar dé beste producten om die prachtige look te creëren.

Want overal zien we die oogmake-up die we het liefst willen copy-pasten. We willen de look overnemen wat bij een ander zo mooi staat. Ik zal je meteen uit de droom helpen. Dat kan niet. Waarom niet? Omdat jij niet degene bent waarbij je die briljante look hebt gezien.

Op Instagram plaats ik bijna alle (bijzondere) looks die ik maak. Omdat ik Instagram een toffe plek vind om te delen en dingen te laten zien. Maar als er één ding is wat ik NOOIT doe (zeg nooit nooit zeggen ze maar in dit geval even wel 😉) dan is dat een filter over mijn make-up foto’s heen doen.

Waarom niet? De foto’s worden er meteen zoveel mooier van toch?! Ik zal het je zeggen: ik hou niet van het delen van illusies. Dat je iets ziet wat je dan ook wilt maar waarbij op voorhand voorspeld kan worden dat je dat nooit kunt namaken. Omdat het gewoon té perfect is. Geen porie te zien, geen rimpel, geen hangend ooglid, geen wenkbrauwhaartjes, niks niet. Gewoon een perfect hoofd die never nooit niet perfect nagemaakt kan worden (zonder hulp van photoshop)

Maar hoe kun je dan toch de voor jou meest perfecte look creëren? In mijn ogen is de perfecte look:

  1. Ééntje waarbij je er buiten net zo uitziet als in de spiegel
  2. Éentje waarbij de make-up die je aanbrengt ook blijft zitten waar hij hoort
  3. Éentje waar je je lekker bij voelt en die je dat gevoel geeft waar je blij van wordt

Dit is voor iedereen haalbaar en er zijn maar een paar dingen voor nodig. Wat heb je er in elk geval níet voor nodig?

  • Bakken met geld
  • Een kast vol met attributen en make-up stash.
  • Bevestiging van een ander 😉

Dat scheelt dus maar weer. Ik zal voor je toelichten wat mijn ervaring is en wat ik onontbeerlijk vind voor de perfect gelukte look.

1. De look waarbij je look er in daglicht net zo uitziet als in de spiegel waarin je je opmaakte

In volgorde van “belangrijkheid” is dit wat mij betreft de nummer één. Want, als er iets is waarbij het nooit zo uitpakt als dat jij dat zou willen dan is dat wel: je opmaken bij verkeerd licht. Lichtval maakt of breekt de boel tenzij je alleen een mascaraatje opdoet. Daar is bijna geen licht voor nodig.

Als je iets zou moeten kopen om dit te tackelen dan is dat wel een goede lamp met verstelbaar licht. Een ringlamp of een lamp die dit licht geeft is bij uitstek geschikt hiervoor. Op bol.com vindt je een heel scala aan (ring)lampen in alle prijscategorieën. Af en toe verkoopt de Kruidvat van die lichtstaafjes met zuignapjes die je op de spiegel kunt plakken. Deze zijn met een usb-tje oplaadbaar maar gaan sowieso een aantal make-up sessies mee. Ik heb er ook ééntje thuis, ik wil hem nooit weer kwijt 😉

Er zijn ook van die handspiegels op een poot met een ringlamp erin; niet kopen tenzij het licht instelbaar is. Ik heb er ook ééntje waarbij dat niet kan en opmaken is een drama. Alleen voor het verven van je wenkbrauw of het uitknijpen van een meeëter is het ding handig omdat mijn hoofd er bizar door vergroot wordt. Voor mijn make-up is het een no-go.

Het licht van deze lampen zorgt er namelijk voor dat je gezicht zonder schaduw is en je dus precies kunt zien waar je je make-up plaatst. Het bootst daglicht na zodat het niet gebeurt dat je klaar bent met je look en er opeens uitziet als een mandarijn zodra je naar buiten stapt. En geloof me, verkeerd licht maakt dat niks is wat het lijkt in de spiegel…

2. De look waarbij de make-up die je aanbrengt ook blijft zitten waar hij hoort

Deze staat op de tweede plek in rangorde van belang. Want, wanneer je make-up op je huid aanbrengt is het de bedoeling dat dit zich simpel gezegd aan je huid laat plakken. Het wordt aangebracht om een verschil te maken en het mag er niet weer ‘af vallen’ totdat jij je huid weer gaat reinigen 😉 Maar, wanneer je je dag-make-up rechtstreeks op je huid aanbrengt is dit meestal niet genoeg om het te laten doen wat het ook kán doen. Net zoals een schilder niet hupsakee de verf op een stuk hout kliedert, is het ook handig om dit niet zo met je make-up te doen. Hiervoor zijn een drietal dingen key:

  • huidverzorging – zorg dat je huid is ontdaan van dode huidcellen en verzorg haar goed met een crème of balm. Met een goed gehydrateerde huid zonder onnodige schilftertjes ben je sowieso al een glowbaby 😉 . Je kunt je voorstellen dat make-up daar blij van wordt en beter uit zal komen. Schilferige lippen laten zich minder mooi stiften dan een glad mondje.
  • Primer. De primer is zoals ik in mijn vorige blogpost uitgebreid vertelde, ontzettend belangrijk. Want de primer is de brug tussen jouw huid en de make-up. Lees blogs, speur reviews af en besluit welke jij wilt gaan aanschaffen. En nee, deze hoeft geen jackpot te kosten! Laat je niet verleiden om af te gaan op de verkoopprijs want duur is echt niet altijd beter! Gebruik een primer voor je foundation én eentje voor je oogmake-up. Ze zijn eigenlijk slecht uitwisselbaar.
  • Kwasten. Kwasten zijn van groot belang voor een mooi ogende en houdbare make-up look. Nou is dit een lastige want er zijn héél veel kwastjes die mooi lijken maar niet mooi werk afleveren. Dit is vooral een kwestie van uitproberen. Er zijn kwasten in een segment waar je nog net geen huizen voor kunt kopen zo duur en er zijn kwastjes zo goedkoop dat ze nog net niet gratis zijn. Duurdere kwastjes zijn niet een garantie voor prettig werken. Dat is helaas zo. Wat de één fijn vindt, vindt de ander weer niet prettig enzovoorts. Wat voor mij in elk geval héél fijne kwasten zijn, zijn de kwastjes van Morphe. Deze zijn best heel betaalbaar en werken prettig. Waar vroeger vooral kwalitatief goede gemaakt werden van écht haar worden deze tegenwoordig eigenlijk altijd van synthetisch haar gemaakt en daar ben ik blij mee. Kwastjes waar ik beslist niet mee overweg kan zijn bijvoorbeeld Etos kwastjes. Deze doen mij pijn aan de huid. Maar nogmaals, wat voor de een fijn is, hoeft dat voor de ander niet te zijn.

3. En dan als laatste: een look waar je je lekker bij voelt en die je dat gevoel geeft waar je blij van wordt. Eigenlijk zou deze op één moeten staan. Want wat je ook doet en hoe je het ook aanbrengt: jij moet blij zijn wanneer je in de spiegel kijkt. Wanneer dat het geval is, is het goed! Wat een ander daar wel of niet van vindt is bijzaak. Leuk wanneer je een complimentje krijgt maar de meeste mensen zeggen er niets van wat helemaal niks zegt over hóe geslaagd je look dus is 😊!

Bij dezen is het ‘geheim’ ontrafeld 😉 Ik hoop dat je er wat aan hebt!

Fijne dag mooierds xxx Paulina

Primer: net als een echte schilder

Bijna de hele vrouwelijke natie maakt gebruik van foundation of een andersoortig goedje om de eeuwige jeugd te vergaren.

Het lukt ons vaak aardig om de boel (op afstand) mooi te doen lijken maar een close-up van onze zorgvuldig samengestelde look laat ons af en toe kapot schrikken en doen besluiten om maar gewoon non in een klooster te gaan worden of, kluizenaar en nooit weer een mens onder ogen te komen.

Wat is dat toch met het willen hebben van een flawless skin? Ik denk dat het komt omdat we schoonheid associëren met jeugdigheid. En omdat social media alles onder een uitvergrootglas legt menen we er uit te moeten zien als een gefotoshopt mens die niet over poriën beschikt.

Maar helaas pindakaas. Dat doen we wel. En niet alleen over poriën maar over veel meer. Zodra we ouder worden begint onze huid ook te verouderen en daartegen willen we ons met hand en tand verzetten. Daarom zijn zoveel mensen ook zo happig op filters; wanneer je het nog nooit geprobeerd hebt (al lijkt mij dat in deze tijd bijna onmogelijk) adviseer ik het je ook maar nooit te doen. Alles, maar dan ook alles wordt gladgestreken.

Goed. terug naar de foundation of eigenlijk terug naar de stappen daarvoor. Want een foundation doet pas zijn werk wanneer de weg ernaartoe netjes geëgaliseerd en geplaveid is.

Ten eerste is het belangrijk om je gezicht af en toe te ontdoen van dode huidcellen. Want deze zorgen voor een smoezelig uiterlijk en maken je opgesmeerde of gepoederde foundation eerder korrelig dan flawless.

Ten tweede, of misschien ook wel ten eerste ga je terug naar de basis. Hydrateren. Want hydratatie strijkt niks glad maar voedt wel. Het houdt de huid zo glad als mogelijk. Hydrateren doe je van binnen en van buiten. Drink genoeg en smeer genoeg. Zoek een crème die je huid het gevoel geeft niet te scheuren wanneer je hard moet lachen of je dwingt gekke bekken te trekken omdat je hoofd zo jeukerig en trekkerig is.

Wanneer je huid goed geprept is zoals influencers en geleerden vaak zeggen, is je huid bijna ontvankelijk voor de foundation.

Maar, een stap die maar wat vaak overgeslagen wordt maar waar ik heel trouw aan ben is: GEBRUIK EEN PRIMER.

Het klinkt wat lacherig maar het doet écht wat voor je look. Een primer vult (voor zover dat kan, je bent geen stukadoor) fijne lijntjes op, strijkt de huid glad en maakt een goede basis voor de hechting. De foundation blijft hierdoor beter ‘plakken’ en gaat niet over je hele huid heen drijven.

Wanneer je deze gebruikt hebt is je huid in principe klaar voor je foundation. Of je dit ritueel doet vóór of na je oogmake-up is aan jou. Ik doe dit meestal na de ooglook omdat ik dan mijn foundation niet meer hoef bij te werken omdat ik de fall out van het product vantevoren mooi kon elimineren.

Ik gebruik tijdens workshops de primer van Morphe alsook de minerale en natuurlijke primers van Mintenz cosmetica. De vloeibare én de poedervorm

Diezelfde primer gebruik ik ook voor oogschaduw. Ook hier onontbeerlijk. Maar daarover meer in een volgend blog 🙂

De zin en onzin van deze producten (en meer) leer ik je overigens natuurlijk allemaal in een workshop 🙂

Fijne dag knapperds!

De no make-up make-up look

Als er één trend is die maar niet meer weg te denken is dan is het wel de  “no make-up make-up look”. Dat is de makeup look waarbij het lijkt alsof je geen make-up draagt maar eigenlijk gewoon wel. Natuurlijke make-up noemen mensen dit ook wel. Met de nadruk op noemen want het is bijna onmogelijk om er gladgestreken en flawless uit te zien zonder een beetje hulp hier en daar.

Want hoewel we onze stinkende best doen om de slaap aan te tikken, we stress het liefst volledig elimineren en al zitten we de rest van ons leven zen in lotushouding op een Kabuki Berg, beter slaan we die Kabuki kwast rondom onze hoofdjes met een goede foundation. Dat zet meer zoden dan voor eeuwig uitgerust de wereld tegemoet te treden.

Is dit negatief? Neen beste mede make-upliefhebbers en flawless face lovers. Dit is niets anders dan de realiteit. Het is alleen wel zo dat de media ons willen laten geloven, honderdduizend cursussen en yogha retreats te boeken om er maar zo in balance als dat mogelijk is bij te lopen. Terwijl sommige dingen gewoon niet weggaan door ontspannen te zijn of uitgerust.

En daar, daar is dan weer een andere oplossing voor. Niet meteen een prik of een spuit, neen, gewoon een paar simpele tools om je bekkie een opfrisser te geven zodat de ergste tekenen van vermoeidheid of vlekkerigheid weg is.

Ik ben niet een hoogopgeleide beautyspecialist. Ik ben meer eentje van de praktijk die in Jip en Janneke taal die haar eigen jarenlange ervaring gebruikt om u hier een paar tips aan de hand te doen die volgens mijn eigen beleving wél werken. Hier komen ze op een rijtje:

De wenkbrauwen.

Ik heb wel eens het idee dat mensen niet door hebben hóe bepalend wenkbrauwen zijn voor de uitstraling van je gezicht. Ze kunnen je uiterlijk letterlijk maken of breken. Wanneer ik mezelf in een dolle bui opmaak als draq queen moet ik mijn wenkbrauwen ‘verplaatsen’. Daarvoor moet ik ze dus eerst weg zien te werken om ze vervolgens weer op te tekenen op een andere plaats op mijn gezicht. En het moment dat je je wenkbrauwen niet meer kunt zien is shocking. Dan heb je zo’n ontzettend uitdrukkingsloos hoofd dat je in principe flauw zou kunnen vallen voor de spiegel.

Om je wenkbrauwen iets voor je te laten doen is het belangrijk dat je ze überhaupt kunt zien. Dus bijtekenen, verven of wat dan ook is een must. Wanneer je zelf goede wenkbrauwen hebt maar ze zijn simpelweg te licht, verf ze eens en fall in love. Mijn wenkbrauwen zijn in principe vol genoeg maar omdat je ouder wordt worden je haartjes boven je ogen óók lichter. Ze verven tovert ze weer tevoorschijn. De ‘kale’ plekjes tussen de haartjes zijn dan eenvoudiger bij te tekenen dan een complete wenkbrauw. Wanneer je wilt weten waar je wenkbrauw moet beginnen en eindigen (wanneer je ze dus wel bijtekent) leg je een potlood tegen de zijkant van je neus aan recht omhoog wijzend naar je wenkbrauw. Daar begint hij. Vervolgens leg je hem langs je neus richting je wenkbrauw (zie het filmpje 1)

1. Op deze manier kun je zien hoe waar je wenkbrauw zou moeten beginnen en eindigen.

Hoe je je wenkbrauw vervolgens shaped is een beetje aan jezelf. Wat je mooi vindt. Wanneer we de trends volgen is het in deze tijd hip om de wenkbrauw natuurlijk te laten ogen. Dus niet een eikenprocessierups of een spaghettisliert boven je oog. Maar aangezien ik vooral graag predik dat er geen make-up regels bestaan blijf ik erbij dat je TE ALLEN TIJDE moet doen wat JIJ mooi vindt en waar JIJ je goed bij voelt.

Tot slot is het afstylen van zhe brow geen overbodige luxe. Of je hem nou gepoederd, getekend of geverfd hebt, een likje soapbrows of browgel is heel handig om ze mooi op hun plek te houden. Sowieso krijgt je wenkbrauw een prachtige lift wanneer je ze omhoog of in model kamt. Je brow lijkt er voller van en je hebt opeens veel meer haartjes dan daarvoor. Overigens is het aanbrengen van een wenkbrauw mascara óók een goed idee. Hiermee verf je de haartjes zelf in een donkerder kleur maar is dit gewoon afwasbaar. Zo style je ze, kleur je ze en blijven ze op hun plek. Vind je verven te heftig dan is dit best een goed alternatief 😊

Je huid.

Je huid is het allergrootste orgaan van je lichaam. Je huid neemt dan ook in je gezicht de grootste oppervlakte in en je kunt je voorstellen dat een onrustige, gevlekte of niet egale huid je onnodig vermoeid kan doen lijken.

Ik kan me nog zo mooi opmaken, wanneer ik de huid niet goed verzorg, oneffenheden wegwerk of een mooie foundation aangebracht heb dan leidt dat af van de mooi aangebrachte ooglook bijvoorbeeld. Of lippenstift.

Ik maak altijd éérst mijn ogen op omdat ik daarna eventuele fall out handig weg kan poetsen. Daarna doe ik primer op mijn gezicht en daarna de concealer en foundation.

Hoeveel iemand nodig heeft is natuurlijk per persoon verschillend. En de voorgeschreven regeltjes zijn wat mij betreft ook niet unaniem toepasbaar. Want een groene concealer kan dan wel roodheid wegnemen maar bij sommigen wordt het rood er juist grauwer van. En dat wil je dan net niet.

Beter is het om gewoon, heel eenvoudig, te proberen. Er zijn handige palletjes met verschillende kleurtjes erin (vaak standaard met twee huidkleurtjes, oranje en groen) zodat je op je gemakje kunt testen wat jou het meest oplevert.

Ik ben persoonlijk een groot fan van deze colour blockers omdat het de huid in mijn hele gezicht vaak rustiger laat lijken. Rondom mijn mond en op mijn kin ben ik vaak roder. Daar smeer ik dan een groene (smeerbare) creme op (ik heb bijvoorbeeld Make-up studio) en daaroverheen weer de foundation. Een rode huid rondom je mond en op je kin kan namelijk heel makkelijk de door jou uitgezochte lipstick verpesten. Wanneer je huid egaal is niet. Dan moet je hooguit rekening houden met je tandenkleur maar daarover straks meer.

Wanneer je huid eenmaal is zoals jij het wilt (het wegpoetsen van kraters en rimpels daargelaten, niet alles kan met de kwast natuurlijk) is het tijd voor de contour en de blush. Hiermee kun je de vorm van je gezicht wanneer je dat mooi vindt een beetje shapen. Langs de slapen en de zijkanten van je voorhoofd doet het bijna altijd goed. Daarvoor gebruik je een bronzer in een tint die goed bij je past. Wel een stuk donkerder dan je foundation.

Waar je voor op moet passen is dat je GEEN foundation gebruikt om je huid te bruinen. Dit doe je uitsluitend met bronzer, poeder of blush. Foundation is enkel bedacht om je huid een flawless impression te geven. De accenten breng je aan met iets anders.

Lippen.

Wanneer je lippen er smoezelig uitzien (lees velletjes of restjes lipstick) doet dit afbreuk aan je totale look. Goed verzorgde lippen lijken overbodig maar zijn dat niet. Smeer ze regelmatig lekker in met een verzorgende balsem en zie hoe fijn je mond dat vindt.

Voor een verzorgde no-make-up make-up look is lippenstift niet perse nodig. Een lippenbalsem volstaat prima, evenals een gloss of een naturel lipstick wanneer je dat fijn vindt.

Je ogen

De no make-up make-up look op je ogen is precies wat het zegt: er zit wel oogschaduw op, maar op een dusdanige manier aangebracht dat het natuurlijk oogt. Geopende ogen zie je doorgaans de hele dag. Zaak is dus ook dat je geopende ogen er zo uit moeten zien alsof je de hele wereld aankan.

Dit doe je door de schaduwen en de lichtere kleurtjes te manipuleren. Vrouwen van mijn leeftijd (en ik dus ook) hebben vaak last van overhangende oogleden. Wat er dan vaak gebeurt is dat je met geopende ogen eigenlijk geen fluit meer ziet van dat wat je erop smeert. Het valt weg in je huid.

Wat je dan moet doen is ofwel naar de plastisch chirurg, ofwel creatief zijn met de kleurtjes. Ik laat op het filmpje zien hoe je een kunstmatig ooglid aanbrengt. Ofwel, hoe je je ooglid verplaatst. Dit doe ik met een overdreven kerst make-up maar dit is uiteindelijk wel de truc.

Want wanneer je de schaduw met open ogen aanbrengt en juist boven je arcadeboog dan creëer je diepte. De binnenkant van je oog en je bewegende ooglid kleur je met een lichtere kleur in. Daarmee verplaats je als het ware je ooglid een beetje en creëer je een liftend effect.

2. Hier zie je hoe je je ooglid optisch groter laat lijken. Dit is mooi, maar ook vooral bij mensen zoals ik die overhangende oogleden hebben kun je hiermee een illusie creëren dat je oogleden groter zijn en je ogen dus meer open lijken. met een theelepeltje maak je deze cut crease overigens heel handig 😉

Omdat het een no-make-up make-up look moet lijken ga je dit natuurlijk niet met blauw en paars aanbrengen. Hiervoor gebruik je dan natuurlijke kleuren maar die wel donker genoeg zijn om schaduwen en lichtere delen te maken. Het aanbrengen van een fake ooglid noem je ook wel het maken van een cut-crease. Dit kun je zo heftig doen als je zou willen (net als in het filmpje -2) maar bij deze make-up look is het de bedoeling dit subtiel te doen. Het moet immers slechts een uitgeslapen illusie wekken en niet alsof je een masker op hebt.

Tot slot. Het gaat om het geheel. Met wenkbrauwen on fleek, je huid mooi egaal met hier en daar een blush of een tan, verzorgde lippen en subtiel opgemaakte ogen met de schaduwen juist aangebracht heb jij geen yogha meer nodig.